Website van $boomnaam$
Jan Cornelisz Jansz Lubbertsz
Jan Cornelisz Jansz Lubbertsz ,
geb. in 1640 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1667-68,
ovl. in 1695 te Huijsen; Koptienden Laatste: 1695-39,
, -
JAN CORNELIS JAN LUBBESEN / LUBBERTSZ
Huizen Koptienden (1667-68 1695-39):
1667-68:v.VADER Cornelis Jan Lubbertsz 2 Spt 5 cop 1/8
1671-54: + JAN LUBBESEN
1677-48: v. Cornelis Jan Aertsz 4 cop
- Situatie: 3 Spt 1 cop 1/8
1682-45: v. Gerrit Thijsz 4 cop
- v. Cornelis Jan Aertsz 7 cop
- Situatie: 4 Spt 4 cop 1/8
1695-39: op Jan Pietersz Boor 2 cop 1/2
- op Aeltje Dircks Speelman 6 cop 5/8
- op Jan Jacob Wijchertsz 2 cop 5/8
- op Jan Lambertsz Prins 1 cop
- op Willem Meijnsz 6 cop 1/8
- op Jacob Sijbrantsz Man 1 cop 1/2
- op Gerrit Jansz Backer 1 cop 1/2
- op Pieter Willemsz Groot 1 cop 3/4
- op Celewigh 2 cop 1/2
- op Dirck Anxsz 2 cop 1/2
- Resteert: 1 Spt 1/8
-
ORA-184-3171; 26-01-1666: Jan Cornelis CONTRA Gijsbert Jansz Lustigh; Lambert Gijsbertsz Smits en Jacob Gerritsz als bij den Gereghte gestelt tot vooghden van Elbertgen Cornelis en Jannetgen Cornelis @ in die qualiteit de saeck vanwege de
voorn weeskinderen aennemende voor Gijsbert Jansz Lustigh concluderen .
-
ORA-184-3231; 06-04-1666: Accoord tusschen de weeskinderen van Cornelisz Jansz en haar broeder Jan Cornelisz
-
ONA-3669A072; 19-08-1666: Testament van Bijtge Everts, weduwe van Elbert Jansz Swart in leven schout tot huijsen laat na aan: (ZIE ook ONA- 3669A111; 02-03-1667)
- de twee dochters en de zoon van haar zuster Stijntge Everts: Elbertge Cornelis en Jannetge Cornelis en Jan Cornelisz; voogden van Elbertje Cornelis zijn Jacob Gerritsz, tegenwoordige buurmeester, en Lambert Gijsbertsz Smits schepen tot
huijsen
- de drie dochters van haar zuster Tijmentje Everts: Elbertge Rijcks, Annetge Rijcks en Jannetge Rijcks
-
ORA-184-3171; 17-05-1667: Jan Cornelisz die gedaghvaert was van wegen Gerrit Gerritsz Boertgen als getrout hebbende Jannetgen Cornelis over betalinge van de / van f 333 die gemelte Jan Cornelisz schuldich was over coop van 2/3 parten van 't
huijs bij hem bewoont volgens
-
ORA-184-3171; 15-05-1668: Jacob Gerritsz ende Lambert Gijsbertsz Smits als vooghden over Elbertge Cornelis innocente dochter van Cornelis Jansz mitsgaders Jan Cornelisz mede kinderen en erfgenamen van voorn Cornelis Jansz ende Stijn Everts
zaliger, eijsers CONTRA de erfgenamen van Gijsbert Jansz Lustich (gewezen voogd die voor zijn overlijden geen administratie heeft gehouden) gevens eijsch doen
-
ORA-184-3171; 28-11-1669: Financiële questie tussen Jan Cornelis en Gerrit Gerritsz Boer als getrouwt hebbende Jannetge Cornelis, en de voogden van de innocente Elbertge Cornelis, die het ene jaar bij haar broer Jan Cornelisz en het andere
jaar bij haar zuster Jannetge Cornelis zou wonen; voogden zijn Jacob Gerritsz en Lambert Gijsbertsz Smits
-
ONA-3684A003; 02-06-1672: Hendrick Cornelisz en Gerrit Tijmensz horre, schepenen van huijsen, getuigen en verklaren op verzoek van Jan Cornelisz, dat zij op zijn verzoek ten huize zijn geweest van zijn zwager Gerrit Gerritsz Boer, gehuwd met
zijn zuster Jannetje Cornelis, aan wie hij, Jan Cornelisz, had gevraagd of zij hun andere zuster Elbertje Cornelis met hem mee wilde laten gaan, waarop Jannetje Cornelis zei dat dat niet zonder instemming van haar voogden kon.
-
ORA-184-3171; 15-09-1674: Gerrit Gerritsz Boer als getrout gehadt hebbende Jannetgen Cornelis, noe uxoris erffgenaem van Elbertje Cornelis mitsgaders de vooghden over de nagelaten kinderen van de voorn Jannetgen Cornelis eijschers en
arrestanten CONTRA Jan Cornelisz mede erffgenaem van de voorn. Elbertje Cornelis gedaagde en gearresteerde
Concludeert tot decretatie van het gedane arrest op het coorn gewas staende op de landerijen enz. Jan Pietersz Oude @ Isaack Willemsz als goede mannen
-
ONA- 3667A001; 01-01-1675: (of is dit Jan Cornelis Cleijn ?) GEVOLGEN FRANSE OVERVAL IN 1672: Gerrit Tijsz (45), Jan Cornelisz (35) en Claes Meijnsz (22) verklaren op verzoek van Jacob Jansz Jongeren, alle buurluiden van huijsen, dat hij als
gevolg van de franse overval beroofd is geworden van zijn koeien, paarde, wagens, inboedel en zelfs zijn kleren en linnengoed en bovendien met vrouw en kinderen moest vluchten
-
ORA- 184-3172;14-02-1675a: Jan Cornelisz als Erfgenaem van Elbertgen Cornelis, @ Jan Pieters Vergoes als vooghde over kinderen van Jannetge Cornelis gedaegden CONTRA Gijsbert Smit ?
-
ORA-184-3183; 27-04-1675: Lambert Gijsbertsz Smits @ Jacob Gerritsz Grutter woonaghtigh alhier komen terug op een eerder d.d. 24-05-1674 door hun gedane verklaring en verclaerden ten versoecke van Jan Cornelisz dat Bijtjen Everts zaliger tot
haren huijsen gecomen is, @ haer deposanten versoght heeft dat sij Elbertgen Cornelis haer Nighte soude willen besteden bij Gerrit Gerritsz Boer in cost, dranck@ andere lighamelijcke nodruft, @ dat sij de penningen die sij daer voor soude
beloven dat sij Bijtje Everts 't gelt geven soude welck accoort sij deposanten op haer versoeck metten voorn Gerrit Gerritsz Boer gemaeckt hadde op f 70 jaerlijcks ; Lambert Gijsbertsz Smit was verzocht dit te geven enz
-
ORA- 184-3172; 12-06-1677: Gerrit Gerritsz Boer en verclaerde hij ten versoecke van Jan Jansz Oude @ Pieter Visscher als curateurs over sijn comparants boedel, dat onder hem comparant geen goedt van Elbertgen Cornelis is berustende, als 't geen
hij gebraght heeft onder de goede mannen ofte arbiters die de questie tusschen hem @ Jan Cornelisz hebben bijgelijdt enz
-
ORA-184-3183; 20-06-1677: Wij ondergeschreven Gijsbert Evertsz Cos, Lambert Martsz Cop/Coppen, en Willem Mouritsz schepenen tot Huijsen in Goijlant verclaren en attesteren bij dese; als dat het Jan Cornelisz gelust gehadt heeft, de curateurs
van den Boedel van Gerrit Gerritsz Boer
-
ORA-3184A004; 12-11-1677: Gijsbert Evertsz Cos ende Willem Maurisz schepenen in Huijsen, Geertje Gerrits huijsvrouwe van Cornelis Gerritsz Metselaer d'Oude, ende Marritje Cornelis hare doghter, versoght vanwege de Curateurs van den boedel van
Gerrit Gerritsz Boer, verklaarden dat als wanneer Jannetge Cornelis (doghter en erfgenaem van Cees (=Cornelis) Jan(zs) en Steijn Everts haer vader en moeder zaliger) met haer broeder (Jan Cornelisz) partijdigh of twistende waren over een
seeckere sake, sij Jannetgen Cornelis alsdoen is comen wonen ten huijse van haer comparanten en datte selve Jannetgen Cornelis eenige tijdt bij haer comparante gewoont hebbende, voor den dagh gebraght heeft seeckere swarte huijck die voor desen
haer moeder zaliger toebehoort hadde. Ende dat sij de selve huijck naderhant (comende te trouwen met Gerrit Gerritsen Boer) tot haren lijve heeft laten maken en dat sij deselve oock heeft gebruijckt, soo als van gelijcken de voorn Jan Cornelis
gebruijckt heeft de mantel van sijn vader
.